Groepsvormende activiteiten voortgezet onderwijs
Welke groepsvormende activiteiten kun je inzetten in het voortgezet onderwijs? Hieronder zijn een aantal oefeningen beschreven. De methode van Orka Training biedt voor het voortgezet onderwijs meer dan 50 oefeningen en negen sociale vaardigheden.
Activiteiten
Welke oefening kun je inzetten bij fase 1 van groepsvorming? De leerlingen met elkaar in contact brengen.
Rij maken
Alle leerlingen gaan naast elkaar staan op volgorde van het alfabet voornaam, achternaam, of huisnummer.
Welke oefening kun je inzetten voor fase 2, presenteren? De oefeningen laten leerlingen elkaar aanspreken en ruimte geven en nemen.
Twee handen, één potlood
Het tweetal maakt samen een tekening, door beiden met één hand het potlood vast te houden. Afwisselen met leiden en volgen. Nabespreking: Heb je de leiding kunnen nemen? Wat doe je als de ander de leiding overneemt? Heb je kunnen volgen? Hoe is het om de ander te laten bepalen?
Welke oefeningen kun je inzetten voor fase 3, normeren? De oefeningen laten kinderen afspraken en regels met elkaar bespreken.
De bal gaat rond
De leerkracht geeft na de overlegtijd de bal aan een kind. De kinderen proberen zo snel mogelijk de bal aan elkaar door te geven. Als het laatste kind de bal heeft ontvangen, stopt de oefening. Tijdens de overlegtijd komen alle kinderen bij elkaar om te overleggen. Welke tactieken kunnen gebruikt worden? Hoe komt iedereen aan de beurt?
Welke oefeningen kun je inzetten voor fase 4, presteren? De oefeningen laten kinderen samenwerken. De oefeningen laten kinderen gebruik maken van elkaars kwaliteiten.
Woord voor woord
Om de beurt zegt ieder kind een woord en de bedoeling is dat alle woorden samen een zin of verhaal vormen. Kunnen de aansluiten bij de woorden van de kinderen die al geweest zijn? Kunnen de kinderen elkaar helpen, als een kind er niet uit komt?
Welke oefeningen kun je inzetten voor fase 5, evalueren?
De groepsfoto
Een groepsfoto maken. De groepsfoto wordt op een A4 vel geplakt. Op de achterkant schrijven de leerlingen een vakantiegroet op voor elkaar.
GROEPSVORMING FASEN 1-5
Elke klas doorloopt gedurende het schooljaar een aantal fasen van groepsvorming. Het model van Tuckman (2001) beschrijft de ontwikkeling in fasen. Een klas ontwikkelt zich steeds volgens een vast patroon van fasen. Tuckman kwam tot deze opeenvolgende fasen:
Klik op elke fase voor meer informatie en kenmerken per fase.
1 Oriënteren (verkenningsfase)
Fase 1 (Oriënteren). De kennismaking van de klas. De leerlingen maken kennis met elkaar. Herken ik mijzelf in de anderen? Dragen ze dezelfde soort kleding? Welk kapsel wordt er mooi gevonden? Hoe werkt het hier? Wanneer hoor je erbij?
2 Presenteren (positioneringsfase)
Fase 2 (Presenteren). Strijd om de macht. Tijdens deze fase komt er echt beweging in de klas. De leerlingen zoeken erkenning en willen een positie verwerven in de klas. Er kunnen ook meerdere groepjes ontstaan, waarvan bij elk groepje iemand het voor het zeggen heeft. In deze fase kunnen botsingen ontstaan in de klas.
3 Normeren (groepsnormenfase)
Fase 3 (normeren). Tijdens deze fase worden de normen van de klas vastgesteld. De rollen zijn verdeeld en de leerlingen weten welke rol zij innemen in deze klas. Bij een positieve ontwikkeling zijn er goede afspraken te maken met de klas en heerst er een veilig klimaat.
4 Presteren (uitvoeringsfase)
Fase 4 (presteren). Als de rollen zijn verdeeld en de normen zijn vastgesteld, kan de groep door naar fase 4: presteren. Bij een positieve groep werken de leerlingen graag samen en worden conflicten snel opgelost.
5 Evalueren (afscheidsfase)
Fase 5 (evalueren) is de laatste fase van groepsvorming. Tijdens deze fase kun je met de leerlingen terugkijken op het afgelopen schooljaar.
Een docent die rekening houdt met de fasen groepsvorming en daar de klas in begeleidt, creëert de beste voorwaarden voor een succesvol en prettig schooljaar. Als de klas nog gevormd wordt aan het begin van het schooljaar, dan heeft de docent een grote kans om pestgedrag te voorkomen. Een goede begeleiding van de klas is dus essentieel.